friese rassen logo 01

Nijsgjirrich

Vanaf 2005 worden eerst bij het Griene Nest en later bij Cees de Groot in Boer, ruim dertig in Fryslân ontwikkelde aardappelrassen in stand gehouden. Dat gebeurde in de buitenlucht waardoor luizen de kans kregen schadelijke virussen over te brengen. De luizen komen aanvliegen zonder virus bij zich en landen op een viruszieke plant. Als de luis hieraan proeft met haar stilet, neemt ze het virus op. Ze vliegt weer weg. waardoor het virus op een gezonde plant terecht komt. 


Bladluis2Zieke aardappelen konden meestal worden vervangen, maar toen dat niet meer lukte werd met behulp van fondsen door het Werkverband een tent aangeschaft waarin de collectie werd ondergebracht. Luizen hadden zo geen toegang meer tot de daarin  geplante aardappelen. Desondanks constateerde Freerk Zwart, de beheerder van de collectie, dat er ook in de tent enkele zieke exemplaren voorkwamen. Deze kunnen in een laboratorium met behulp van weefselkweek gezond gemaakt worden, maar daaraan zijn hoge kosten verbonden. 

Durk van der Schaaf nam het initiatief de door hem gekweekte aardappel Redmer in een laboratorium in Rijswijk gezond te laten maken. Dat lijkt te lukken. Bij de Kike, Vroeg Op, Marrumer Gele, Feinsumer Gele, Berltsumer Gele, Wierumer Gele, Friese Jammen en Nynke is dat wegens de kosten niet het geval. Geprobeerd wordt daar fondsen voor aan te boren.   

De Nederlander en de Furore zijn ook aangetast. Gelukkig hebben ze in Duitsland bij een genenbank nog materiaal waarmee laatstgenoemde rassen gezond gemaakt kunnen worden. In de lente van 2022 komen ze naar Fryslân. De rassen Sirtema en Marijke zijn ook ziek. Daarvan konden bij een boer in Noord- Holland en bij HZPC in Metslawier nog gezonde exemplaren betrokken worden. Het Woudgeeltje is ook ziek. Mogelijk kan Zwart, doordat ze bij Wilman in Ee mogelijk nog gezonde exemplaren hebben, dit ras ook door gezonde knollen vervangen.