friese rassen logo 01

Nijsgjirrich

Het ras huttentut of dederzaad is door het Werkverband om meerdere redenen uitgeroepen tot ras van het jaar.


Huttentut of Dederzaad (Camelina sativa) wordt over het gehele Noordelijk halfrond in verwilderde toestand aangetroffen. Mogelijk is de oorsprong West-Azië.

Omdat het al op de terpen voorkwam, kreeg het gewas ook een plek in de collectie van het Werkverband Friese Rassen.
js huttentutDe bloem van de plant wordt door insecten bezocht, vooral voor bijen bevat deze een hoeveelheid nectar. Ook de mens gebruikte de plant. Zo kan men uit de zaden, net als koolzaad en raapzaad, olie persen. Behalve voor olielampen, werd dit als spijsolie en soms als smeermiddel gebruikt. De stengels van de plant zijn geschikt voor het maken van bezems. Kleine stukjes van de plant werden vroeger gebruikt als schuurspons. 
Huttentut is geschikt voor betrekkelijk arme of licht verzilte grond.
Het is niet nodig om de akker te ploegen, het zaad rkan echtstreeks aangebracht worden. Stikstof is nauwelijks nodig. Het gewas is niet ziektegevoelig. Het heeft weinig water nodig. Het is een geschikte groenbemester en bodemverbeteraar, door diepe beworteling komen mineralen omhoog. Het kan als mengcultuur heel goed met de teelt van graan, erwten en klaver gecombineerd worden. Het voorkomt daardoor ziektes. 
Meer recent wordt de geperste olie, met als bestanddeel antioxidanten, omega-3-vet en rijkelijk vitamine E zuren, als saladedressing gebruikt. De zaadjes bevatten ook omega-6 en omega-9. De olie is ongeschikt voor bakken en braden. Industrieel wordt het gewas onder meer bij de verfbereiding op natuurlijke basis en als cosmetica gebruikt.    
De naam van het gewas wordt door sommigen in verband gebracht met het oude woord huttegetut, wat zoiets als klein grut betekent. De Friese benaming rijsied heeft als reden dat het gewas overvloedig kleine zaadjes levert.  
Alle genoemde positieve eigenschappen vormden voor het Werkverband aanleiding de Huttentut of Dederzaad tot gewas van het jaar te bestempelen. Het Werkverband vraagt zich af waarom het gewas vrijwel verdwenen is. Maar niet getreurd, Tseard Wilman uit EE is van plan het in 2019 in een grotere hoeveelheid te gaan verbouwen.